Den Haag en Haaglanden bruisen van bedrijvigheid. Zelfs in deze stormachtige tijden bouwen ondernemers zelfverzekerd door aan hun toekomst. Eén uitdaging steekt er met kop en schouders bovenuit: er is letterlijk te weinig ruimte voor de maakindustrie. Pieter Scholten, voorzitter van MKB Den Haag, en Raymond Roodbol, voorzitter van de Stichting Bedrijventerreinen Haaglanden, weten wat er moet gebeuren.
Lang geleden blonk de regio Den Haag uit in de maakindustrie. Er was zelfs een heuse vliegtuigbouwer, de Nationale Vliegtuig Industrie NVI, herinnert Pieter Scholten zich. De laatste decennia richtte de gemeente Den Haag zich echter meer op het aantrekken van dienstverlenende bedrijven en ondernemers in de hightechbranche. Dat leidde tot een krimp in de ambachtelijke sector van bijna vier procent. De nog resterende ca. 1.500 bedrijven in de maakindustrie zijn goed voor ongeveer 2,5 procent van de werkgelegenheid.
“Dat geringe percentage moet omhoog”, vindt Pieter Scholten. “De maakindustrie is erg belangrijk voor de stad en de regio, omdat het veel werkgelegenheid en diversiteit oplevert en ons in economisch opzicht minder afhankelijk maakt van importgoederen. Dingen maken zorgt voor meer beweging en dus ook voor het sociale leven in deze prachtige stad. We moeten natuurlijk wel goed nadenken over waar er plaats is voor ondernemingen in de maakindustrie. Haaglanden heeft zeven grote industrieterreinen, maar die bieden nauwelijks ruimte. De ontwikkeling van de maakindustrie wordt momenteel te weinig gefaciliteerd door de gemeente Den Haag.”
Dat wil niet zeggen dat de gemeente achterover leunt. D66-wethouder Saskia Bruines (financiën, cultuur en economie) leverde eind 2021 een plan om de lokale economie een nieuwe impuls te geven met het aantrekken van ambachtelijke bedrijven. Maar de rode loper is nog niet helemaal uitgerold. Omdat er veel behoefte is aan woningen, dreigt de ontwikkeling van ruimte voor de maakbedrijven achterop te raken.
Scholten: “We zitten nu in een spagaat tussen wonen en werken. Zeventig procent van de Haagse bedrijven is een mkb-bedrijf met kleine teams, soms met acht tot tien medewerkers. Ondernemingen in de maakindustrie zorgen voor de sociale binding die zo hard nodig is in de lokale samenleving. Maar hoe zorgen we ervoor dat zij de ruimte krijgen die ze verdienen om die binding te versterken? MKB Den Haag mist de diversiteit. We vormen nu vooral een politieke stad met veel ambtenaren en ook veel zpp’ers in de dienstensector. Er is ruimte nodig voor de kleinere mkb bedrijven, juist in de maakindustrie. Dat is nodig voor de dynamiek die de stad nodig heeft.”
Raymond Roodbol ziet oplossingen: “Ondernemingen in de maakindustrie strijden om ruimte. Een mogelijkheid om hier iets aan te doen is het herinrichten van oude en leegstaande panden. Kijk naar hoe dat bijvoorbeeld is gebeurd in de Treubstraat in Rijswijk. Dertig units van elk 150 vierkante meter waren in no time uitverkocht. Als het herinrichten niet kan, dan desnoods slopen en opnieuw bedrijfspanden bouwen.”
“De politiek focust zich nu echter op het bouwen van woningen. In acht jaar tijd moeten er in Nederland 900.000 huizen bij komen. We begrijpen de noodzaak, maar diezelfde politiek vergeet dat er ook moet worden gesproken over bedrijvigheid. De gemeente Den Haag moet op korte termijn knopen doorhakken over ruimte voor ondernemingen. Belangrijk is nu dat de gemeente Den Haag helderheid geeft en kaders stelt over de inrichting van bedrijventerreinen. Wonen op die terreinen is geen optie, alleen werken.
Binnen die kaders is het ook verstandig om te kijken naar wat de maakindustrie écht nodig heeft. Bedrijfsloodsen van 900 vierkante meter zijn niet nodig, daar is minder behoefte aan. Vergeet ook niet dat de Haagse maakbedrijven voor de uitdaging staan om te innoveren en hun rol in de duurzaamheid goed in te vullen. Dit aspect landt steeds beter bij hen, vooral nu de energiecrisis vraagt om nieuwe keuzes. Slim omgaan met bedrijfsruimten is daarom belangrijker dan ooit. Dat vraagt om transparante stappen in de politiek, liever vandaag dan morgen.”
“Er zijn verschillende initiatieven nodig om de maakindustrie in Haaglanden nieuw leven in te blazen en alle belangen te dienen”, aldus Pieter Scholten: “Denk aan opleidingen om jongeren enthousiast te maken voor de maakindustrie. Adopteer daarom de initiatieven van bijvoorbeeld het ROC Mondriaan met hun samenwerking in de ‘triple helix’: Overheid, kennisinstellingen en bedrijven trekken gezamenlijk op om de maakindustrie blijvend te laten groeien in Haaglanden. En let tot slot op de bewonersbelangen. Kijk naar hoe je dit soort bedrijven ruimte kunt bieden zonder overlast voor bewoners in de buurt. En denk na over het clusteren van bedrijven die in elkaars verlengde liggen.”
Scholten ziet genoeg kansen om de politiek en gemeente te helpen bij het binnenhalen van meer maakindustrie: “MKB Den Haag is een serieuze gesprekspartner aan de sectortafel Maakindustrie. We hebben een uitstekend contact met de gemeente en B&W, en geven input uit ons netwerk. Zolang we de politiek blijven voeden met informatie en suggesties maken we veel kansen om letterlijk en figuurlijk meer ruimte te krijgen voor de maakbedrijven.”